Fysiotherapie HanzePoort
Voorheen: Fysiotherapie Centrum Ceintuurbaan
Latarjet
Het schoudergewricht bestaat uit de kop van de bovenarm en de kom van het schouderblad. Om het gewricht bevindt zicht een gewrichtskapsel en daaromheen lopen spieren en pezen. In de schouderkom zit een kraakbeenring (labrum). Deze kraakbeenring zorgt ervoor dat de relatief kleine schouderkom meer oppervlak krijgt en werkt als een soort ‘zuignap’ om de schouder in de kom te houden. Als de schouder door een val of trauma uit de kom is geschoten, kan er schade ontstaan aan de kraakbeenring, de kom of het gewrichtskapsel. Hierdoor kan het zijn dat de schouder vaker uit de kom gaat, waardoor een operatie noodzakelijk is om de stabiliteit te waarborgen.
Het doel van de operatie is de schouder weer stabiel te krijgen en te voorkomen dat deze weer uit de kom gaat. De orthopedisch chirurg maakt een huidopening aan de voorzijde van de schouder. Bij de operatie wordt het uiteinde van het ravenbekuitsteeksel (processus coracoïdeus) afgezaagd en verplaatst naar de voorzijde van de kom. Dit botstukje wordt met twee schroeven vastgezet aan de kom. De pezen die aan dit botstukje vastzitten blijven hieraan vastzitten en worden mee verplaatst. Het botstukje en de pezen zorgen er dan voor dat het oppervlak van de kom vergroot wordt en zorgen daarmee ook voor extra stabiliteit. De operatie zal ongeveer 90 minuten duren en vindt altijd plaats onder volledige narcose.
De Operatie
© shoulderdoc.co.uk
Risico's
Complicaties kunnen bij iedere operatie ontstaan. Het grootste risico is dat het botblokje niet vastgroeit, roken heeft hierop een negatieve invloed. Het is daarom van belang dat u vooraf stopt met roken. Roken heeft een negatief effect op de wondgenezing en hierdoor is er een groter risico op complicaties, en met name infecties. Daarnaast heeft het ook een negatief effect op herstel van onderhuidse weefsels, zoals het niet vastgroeien van het botblokje. Door (liefst tijdig, 4-8 weken voor de operatie) te stoppen met roken en dit minimaal tot 4 maanden na de ingreep vol te houden verkleint u deze risico’s aanzienlijk.
Verder bestaat er een kleine kans op nabloedingen, zenuwletsel of infecties. Daarnaast bestaat er een kans dat u een postoperatieve stijve schouder krijgt. Deze gaat vaak binnen drie tot vier maanden vanzelf weer weg, echter kan het herstel hierdoor wel langer duren. Een stijve schouder heeft geen negatieve invloed op het uiteindelijke resultaat. In sommige gevallen blijft er een kleine beperking in het naar buiten draaien van de arm, dit wordt gedaan om ervoor te zorgen dat de schouder stabieler is.
Resultaten